Arnhem. Een mooie krans werd door de drie Vrijmetselaars Loges van Arnhem gelegd tijdens de dodenherdenking op 4 mei jl. In de dodenherdenking eren we de gevallenen in oorlogen waarin Nederland betrokken is geweest. In Arnhem gebeurde dat bij het Arnhemse oorlogsmonument Mens tegen Macht op het Audrey Hepburnplein. De Loges De Oude Landmerken, De Geldersche Broederschap en Het Gulden Vlies hebben daarmee, zoals ieder jaar, op plechtige wijze blijk gegeven van hun respect jegens alle gevallenen.
Anders dan voorgaande jaren werd de krans door dochters van leden van de drie Arnhemse loges op de standaard gehangen; een mooi gebaar dat ook onze jeugd zich bewust bewijst van de importantie van de Doden-Herdenking.
Na muziek door het Arnhemse fanfare orkest en klokken van de Eusebius was er iets voor 20:00 uur The Last Post. Na de twee minuten stilte en het Wilhelmus heeft burgemeester Marcouch een speech gehouden. Na dit programma was er gelegenheid voor het leggen van een krans en het voorlezen van enkele gedichten.
H E R – D E N K I N G
Het is tijd voor de herdenking van de doden
Het is tijd voor de hér-denking van de doden
Want zijn niet alle doden even dood?
Is het niet tijd voor de hér-denking
Van de dodenherdenking?
Want zijn niet alle slachtoffers offers?
Offers van agressie, van blinde haat of woede?
Van mijn volk tegen jouw volk?
Van wraak of noem het recht
Het recht van de sterkste
Of het recht van de rijkste?
Wiens recht is rechter?
Wiens dood is echter?
Zijn niet alle doden
offers van idealen?
Van goden, verhalen?
Van ‘nooit weer’ maar dan toch
Maar dit keer niet ik, maar jij?
in naam van de doden.
Zogenaamd vrij.
Zijn we niet allen even blind
Niet allen slaaf
van dood en recht
Van zelf en staat?
Van wij en zij,
Van eer en daad?
Zijn we niet allen geketend, gevangen
In gedachten, gedenken?
– Hoe lang, hoe wrang –
totdat niet állen vrij?
Niet meer boos, niet meer bang
Want állen zijn wij.
Wanneer wordt mijn pijn
– mijn tranen, mijn trauma –
Een reden tot slaan,
Een reden tot doden?
Wanneer wordt het recht van het offer
Een reden tot slachten?
Wanneer wordt verdédiging
Vernedering?
Wanneer, hoe morbide,
Wordt recht genocide?
Zijn we niet allen mede –
Plichtig?
Rechter en dader?
Roeper en wraker?
Schatplichtig aan de doden
Totdat de doden óns bevrijden?
Totdat de doden ons hér-denken?
Het is tijd om te hér-denken.
Tijd voor het ver-leden
– Pijn geleden, verdriet vermeden –
Te laten rusten
Doden en dóden
Te laten rusten.
Tijd om te leven,
te lachen, te vechten,
– voor rede, voor vrede –
Tijd om te voelen, te laten, te slechten.
Tijd om te vrijen, te zoenen, te dansen,
Voor iedereen bloemen,
Voor iedereen kransen.
Geen tijd voor vermijding
– belijding, bestrijding –
Maar tijd voor …
bevrijding.
Ton van der Kroon
4 mei 2024
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn ook onder de vrijmetselaars broeders omgekomen. Ook voor hen werd de krans gelegd. Vanaf het begin van de bezetting van Nederland werd de Vrijmetselarij verboden door de nazi’s. De toenmalige landelijke leider van de vrijmetselaars (de grootmeester), Hermannus van Tongeren, werd op 11 oktober 1940 door de Gestapo-chef en SS-Hauptsturmführer Klaus Barbie gearresteerd. Om vervolgens op 13 maart 1941 op transport te worden gezet naar het concentratiekamp Sachsenhausen. Hier overleed hij 14 dagen later.
Grootmeester Hermannus van Tongeren had voor zijn arrestatie nog kans gezien een aanzienlijk bedrag uit de ordekas door te sluizen naar het Nederlandse verzet. Zijn dochter Jacoba van Tongeren mocht dit geld gebruiken voor het werk van de verzetsgroep Groep 2000. Dit is een relatief onbekend gebleven verzetsgroep welke tegen het einde van de oorlog zorg droeg voor ruim 4500 onderduikers.
Hermannus van Tongeren (Bergen op Zoom, 16 april1876 – concentratiekampSachsenhausen, 29 maart1941) was een Nederlandsgeneraal-majoor tit. der genie en vanaf 1928 grootmeester van de Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden. Van Tongeren was ridder in de Militaire Willems-Orde[2] en officier in de Orde van Oranje-Nassau.
Vroegere grootmeesters der Vrijmetselarij zijn onder andere prins Frederik der Nederlanden (1797-1881) en later prins Alexander van Oranje-Nassau (1851-1884)